Troefcall is een denkspel met diepgang, traditie en plezier.

Ooit gespeeld op Surinaamse familiefeesten, nu aan tafels door het hele land. Of je het spel al kent of voor het eerst hoort: hier lees je wat troefcall is, waar het vandaan komt, en hoe je het zelf kunt leren spelen.

Download de uitgebreide regels

Waar het spel vol scherpte, traditie en samenwerking begon.

Troefcall is een kaartspel dat meer biedt dan spanning of tijdverdrijf. Het vraagt strategisch inzicht, geheugen, samenwerking en intuïtie. Maar bovenal brengt het mensen samen aan tafel – in stilte, in spel, in verbondenheid.

Troefcall kent zijn oorsprong in India, waar het spel "court piece" werd genoemd. In Suriname kreeg het spel zijn eigen karakter, spelverloop en rituelen. Daar groeide het uit tot een sociaal gebruik: gespeeld op familiefeesten, in woonkamers, buurthuizen en op straat.

"Soms leer je iemand het beste kennen tussen de slagen door."

Met de komst van Surinaamse gemeenschappen naar Nederland in de jaren ’70 reisde ook troefcall mee. Sindsdien leeft het spel voort aan keukentafels, op zolderkamers, in clubs – en nu steeds vaker ook in toernooien, workshops en openbare plekken.

"Van Suriname tot Zoetermeer – de kaarten blijven spreken."

Wat maakt troefcall zo bijzonder?

Wat troefcall uniek maakt, is de combinatie van rust en spanning. Er wordt weinig gesproken tijdens het spel – maar er gebeurt des te meer. Je leert je partner begrijpen zonder woorden. Je leert risico’s nemen én afwachten. En je leert anderen lezen op basis van hun kaarten en hun gedrag.

Het is een spel waar aandacht en vertrouwen centraal staan.

  • Het scherpt je geest
    Troefcall traint je geheugen, concentratie en besluitvaardigheid.

  • Het verbindt mensen
    Je leert samenwerken en je maat aanvoelen zonder woorden.

  • Het draagt cultuur in zich
    Een levende traditie met wortels in India, Suriname en Nederland.

  • Het is open en eerlijk
    Iedereen begint met evenveel kaarten – het verschil maak je samen.

Basis spelregels

Troefcall wordt gespeeld met 4 spelers, 2 koppels van 2, en een standaard deck speelkaarten (52 kaarten ingedeeld in 4 “kleuren”: harten, ruiten, klaver en schoppen).

De koppels zitten om en om van elkaar.

Rangorde van de kaarten is als volgt (van hoog naar laag): Aas, koning, vrouw, boer, 10, 9, 8, 7, 6, 5, 4, 3, 2.

Degene die de kaarten uitdeelt is de “deler”. Degene die links van de deler zit is de “caller”. De kaarten worden als volgt gedeeld: 5 aan de caller, 5 aan de partner van de deler, 5 aan de partner van de caller, 5 aan de deler, 4 aan de caller, 4 aan de partner van de deler, 4 aan de partner van de caller, 4 aan de deler, 4 aan de caller, 4 aan de partner van de deler, 4 aan de partner van de caller, 4 aan de deler. Op deze manier krijgt een ieder dus 13 kaarten gedeeld.

De caller moet aan de hand van de eerste 5 kaarten de troef bepalen. Pas daarna mag hij de overige 8 kaarten oppakken. Zodra er troef is bepaald, en de caller heeft de overige kaarten opgepakt, mag de troef niet meer veranderen.

De caller begint het spel met een kaart te spelen. Dit mag elke kaart zijn van de 13 die hij uitgedeeld heeft gekregen. Na de caller speelt de speler links van de caller (partner van de deler) een kaart. Nadat deze speler een kaart heeft gespeeld, is de partner van de caller aan de beurt, en vervolgens de deler. De kaarten die de spelers spelen moeten van dezelfde kleur zijn als de kaart die de caller heeft gespeeld, tenzij de speler deze kleur niet heeft. In dat geval mag er een willekeurig andere kleur worden gespeeld, waaronder dus ook de troefkleur (troeven/snijden). De hoogste kaart van die kleur wint de slag, tenzij er is getroefd/gesneden, dan geldt de hoogste troefkaart wint de slag.

Hoe win je het spel?

Het koppel die als eerste 7 slagen heeft gewonnen, wint het spel. Wanneer een koppel 7 slagen maakt, zonder dat de tegenstander ook maar 1 slag maakt, is dit een kap. Na een kap kan degene die de laatste slag wint besluiten om door te spelen om alle 13 slagen te maken. Als dit lukt, heet dit een baunie of bom. Dit is het ultieme wat er behaald kan worden. Mocht dit niet lukken, heeft dit koppel verloren.

Download de uitgebreide regels

Variaties:

  • Bij het bepalen van troef kan de caller vragen om de 9e of 13e kaart open te maken. Dit is dan de troef en hier kan niet van af worden geweken.

  • Mocht de caller na het openen van alle 13 kaarten geen plaatje (koning, vrouw of boer) hebben, van welke kleur dan ook, mag hij alle kaarten opnieuw laten delen (No Picture, No Game). Dit geldt alleen voor de caller.

  • Wanneer degene die callt een kap of bom tegen krijgt, heet dit een ‘stinkende’ kap of bom. Deze worden hoger gewaardeerd dan een ‘normale’ kap of bom.

  • “Chaupatia” is een vorm van troefcall, maar dan gespeeld met 2 teams van 3 personen. Hierbij worden er 4 kaarten uit het spel gehaald (alle 2-en), en moet er van te voren worden geboden over hoeveel slagen er worden gemaakt.

Samenwerken of meespelen?
Neem contact op

Wil je meespelen, bij een club starten, samenwerken met je organisatie, of het spel leren kennen? We horen graag van je.